LonCon3 logoWat doen redacteuren nou eigenlijk precies? Wat zijn de ‘dos and don’ts’ voor auteurs? Wat voegen redacteuren toe aan het succes van een boek? Moet je rekening houden met literaire trends? Over dat soort vragen ging het in het panel The Editorial View tijdens LonCon. Vijf redacteuren van vooraanstaande uitgeverijen spraken er over hun beroep.

Door: Esther Scherpenisse

Een redacteur is er alleen maar op uit om jouw werk niet uit te geven. Hij kijkt alleen maar naar wat de uitgeverij met je boek kan verdienen. Dat zijn maar twee van de misvattingen die maar eens uit de weg geruimd moeten worden. En dat gebeurde zaterdag dan ook op LonCon3 tijdens het panel The Editorial View. Vijf redacteuren van vooraanstaande uitgeverijen spraken er over hun beroep.

Wat doet een redacteur?
De redacteur fungeert als een curator: hij bewaart en behoedt wat er is. Hij is geen schepper, dat is de schrijver. Maar, zegt Anne Perry (Hodder and Stoughton), de redacteur is ook een bewaker. “Het idee bestaat dat een redacteur een boze boeman is, die er alleen maar op uit is om te verhinderen dat jij iets publiceert.” Maar dat klopt niet, aldus Jenni Hill (Orbit). “Een redacteur is juist de voorvechter van je boek.” Want hij of zij zal alleen maar je boek aannemen als hij er ook zelf achter kan staan. Een goede redacteur zoekt voortdurend naar geweldige boeken.

En als hij die vindt, gaat hij ervoor vechten: bij de uitgever, bij de salesmensen. Dat is een groot deel van het werk van een redacteur: overleggen en verkopen, binnen en buiten de organisatie. Een redacteur is voortdurend aan het werk, zeggen alle panelleden. Want zelfs na werktijd gaan ze nog dat nieuwste manuscript lezen dat binnen is gekomen.

Hoeveel rekening houden redacteuren met trends?
Is er dan veel druk om een ‘groot’ boek te vinden om de concurrentie de loef af te steken? Of een boek dat in een bepaalde trend meegaat die momenteel goed verkoopt? Ja en nee, zeggen de panelleden. Betsy Mitchell (nu Open Road, voormalig vicepresident bij Random House): “Je bent natuurlijk op zoek naar een spannend boek. Maar het is altijd in de eerste plaats een boek dat je zelf leuk vindt.” Jenni Hill is het daarmee eens, maar kijkt ook altijd naar de markt: een boek moet tenslotte wel verkopen.

Ook Joe Monti (SAGA Press, het sf-fonds van Simon & Schuster) kijkt naar trends. Maar dan met name de trends waarvan hij denkt dat die in de toekomst groot worden. “Ik denk bijvoorbeeld dat space opera groot wordt in 2015-2016.” Jenni Hill: “De gemiddelde life cycle van een boek [van manuscript tot verkoop in de winkel, red.] is 12 maanden. Een manuscript dat reageert op een trend is dus altijd te laat.” Zij raadt schrijvers daarom aan om vooral te schrijven wat zij zelf leuk vinden, en alle trends links te laten liggen. “Maar,” voegt ze toe, “als we eigenlijk vinden dat de weerwolf-vampier-zombie-trend voorbij is, maar jouw weerwolf-vampier-zombie-boek is absoluut briljant, dan zeg ik geen nee.” Anne Perry: “Dan zul je eerder in gesprek gaan met de auteur.”

Hoeveel van het selectieproces is afhankelijk van persoonlijke smaak?
Het lijkt wel of de persoonlijke smaak van de redacteur bepaalt wat er gepubliceerd wordt. Dat klopt in zekere zin wel, aldus de redacteuren. Joe Monti: “Daar worden we voor ingehuurd.” Maar een redacteur werkt nooit alleen en moet het boek binnen zijn eigen organisatie nog promoten. “Ik zal zelf niet iets promoten wat me niet aanspreekt,” zegt Jenni Hill, “maar als ik wel het idee heb dat het goed is, zal ik het zeker doorspelen naar een collega.” Iedere uitgever ontwikkelt zijn eigen stem. Dat betekent dat sommige boeken bij sommige uitgeverijen gewoon niet passen. Maar uitgevers werken in Groot-Brittannië ook een klein beetje samen. “Het is een kleine wereld,” zegt Lee Harris (gespreksleider en redacteur bij Tor.com). “We kennen elkaar vaak allemaal. Dus als ik iets zie waarvan ik denk dat het niet zo goed bij ons past, zal ik een andere uitgever erop attent maken.” Betsy Mitchell vindt dat je als redacteur ook een verantwoordelijkheid hebt om invloed uit te oefenen op wat er allemaal op de markt komt. Zij maakt zich bijvoorbeeld hard voor meer diversiteit in speculatieve fictie.

En hoe is dan de relatie tussen redacteur en schrijver?
Het panel is het erover eens dat je als uitgever niet alleen een boek acquireert, maar ook een auteur. Betsy Mitchell: “We moeten goed met een schrijver overweg kunnen. Als het niet klikt, dan werkt dat door in alles.” Anne Perry voegt toe: “Er moet vertrouwen zijn, zodat je elkaar kunt volgen in discussies over een boek.” En schrijvers zijn, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, meestal blij met een goede redacteur. “Je zult het niet altijd met elkaar eens zijn over veranderingen,” zegt Jenni Hill. “Maar als je aan elkaar kunt uitleggen waarom je dingen doet, waarom je iets veranderd wilt hebben – of de auteur kan uitleggen waarom hij dat absoluut niet wil – dan kom je er samen wel uit.”

Wat zijn absolute don’ts voor schrijvers?
Joe Monti weet het meteen: “Prologen natuurlijk.” De andere redacteuren knikken heftig en rollen met de ogen. “Maar wat ook belangrijk is, is een eigen stem.”
Betsy Mitchell: “Begin niet met het weer.”
Anne Perry: “Ken je klassiekers; schrijf niet na wat anderen al beter hebben gedaan.”
Lee Harris: “Volg ook de richtlijnen voor het inzenden van je manuscript.”
Jenni Hill: “Zet het belangrijkste op pagina 1. Ik wil niet van je horen dat het beter wordt op pagina 50 – je moet me pakken in de eerste 10 pagina’s. En wees professioneel in je benadering. Zoals je zou zijn in een sollicitatie. Stuur je manuscript naar een geschikte uitgever bijvoorbeeld. Je stuurt ook geen sollicitatiebrief voor een computertechnicus naar een loodgietersbedrijf.”