Marco KnauffNaar aanleiding van de uitslag van de Paul Harland Prijs 2014 heeft de organisatie korte interviews gedaan met de vijf prijswinnaars. Lees hier de vijf w’s van de winnaar van zowel de 3e prijs als de NCSF premie, Marco Knauff.
Het interview met de winnaressen van de Feniksprijs en de Debuutprijs staan al online. De rest volgt snel.

Wie is Marco Knauff?
Fantasierijk en gedreven in alles wat ik doe, dat kenmerkt mij wel. Ik ben geboren in 1965. Als ventje liep ik door de bibliotheek en bij het zien van al die prachtige boeken wist ik zeker dat ik later zelf ook ging schrijven. Op school voegde ik de daad bij het woord, zodra ik kon lezen en schrijven bedacht ik mijn eerste verhalen. In de derde klas mocht ik naar de hoogste groep om daar mijn verhaal voor te lezen over een slak die een snelweg overstak en na hachelijke avonturen uiteindelijk de veilige berm bereikte.
Mijn debuut was in 1985, in een lokale verhalenbundel. Daarna publiceerde ik tientallen verhalen in SF Terra, Holland SF, Ator Mondis, Rakis, De Tijdlijn, Horizon, Atmosfeer en Fantastische Vertellingen.
Al een aantal jaar ben ik fulltime schrijver. Naast fictie schrijf ik ook teksten voor anderen. Sinds vorig jaar ben ik gediplomeerd copywriter en momenteel houd ik me bezig met het opzetten van mijn eigen tekstbureau. Het mooie van schrijven vind ik dat je met een leeg scherm begint en dat er vervolgens een verhaal ontstaat waarmee je hopelijk de lezer kunt verrassen of ontroeren. Dat heeft elke keer weer iets magisch.

Ik ben getrouwd met Marian Werkman, die eveneens schrijfster is. Zij overtuigde me na lezing van mijn inzending dat ik zeker moest meedoen met de PHP. En ze had gelijk. Ze las het verhaal kritisch en redigeerde het. We kijken altijd goed naar elkaars werk en zeggen eerlijk wat we ervan vinden. Alleen op die manier is het mogelijk om je te verbeteren.
Een aantal keer eerder deed ik mee aan deze wedstrijd, met drie opeenvolgende noteringen in de top vijf. Dit jaar dus een derde plaats, daar ben ik erg blij mee.

Sommige schrijvers van toen zijn er helaas niet meer, zoals Wim Stolk (Maryson), met wie ik regelmatig contact had. De PHP was destijds veel minder bekend, de prijs werd met weinig opsmuk in een zaaltje uitgereikt. In Zandvoort was mijn vorige hond Maus daar ook bij aanwezig. Hij begon te loeien zodra ik door Paul Harland naar voren werd geroepen. Ik weet nog steeds niet of Maus me aanmoedigde of zich zat te verheugen op de strandwandeling. Aan die periode bewaar ik goede herinneringen, maar het was indrukwekkend hoe alles dit jaar werd georganiseerd. De kleinschaligheid van weleer was een heel verschil met de Hollywood-happening in Den Bosch!

Leuk om te vermelden dat Olga Hoekstra mijn boek Sluiproute heeft geredigeerd. Ze is nu zelf thrillerauteur en haalde bij deze PHP een eervolle tiende plaats. Het is een kleine wereld.

Naast schrijven houd ik veel van lezen, muziek (Led Zeppelin), tuinieren, kunst, natuur en films, vooral die van Stanley Kubrick. Verder doe ik graag aan sport, ik heb de bruine band karate. Iedere dag wandel ik met mijn hond Dora. Zij komt net als Maus uit het asiel, want ik vind het belangrijk om deze honden een nieuwe kans te geven. Dora is een schat van een jack russell. Ik ben al van jongs af aan gek op dieren en heb ook goudvissen. Deze bewoners zijn minder aaibaar, maar ik vind het interessant om me te verdiepen in het onderhouden van een mooi aquarium.

Wat ben je voor een schrijver?
Meestal schrijf ik fictie, hoewel ik ook een paar keer een uitstapje heb gemaakt op het gebied van waargebeurde verhalen: Take achttien is een publicatie over mijn ervaringen als figurant in de film- en televisiewereld en het geïllustreerde boek Daar wordt aan de deur geklopt gaat over mijn rol als hulpsinterklaas.

Mijn romandebuut was Een vorstelijk bestaan, over een Siamese tweelingkoning in een toekomstig Nederland. Het wonderlijke is dat, hoewel ik het verhaal al in de jaren negentig optekende, het deels is ingehaald door de werkelijkheid. Er zit een misdaadelement in, net als in diverse andere boeken en verhalen die ik heb geschreven. Recentelijk publiceerde ik Sluiproute en Zwijgplicht, allebei thrillers.
Als schrijver wil ik me niet laten beperken door genres. Ik schrijf voornamelijk verhalen die mainstream lijken, maar uiteindelijk toch een crime/horror/sf-invloed hebben, met soms een absurdistische ondertoon of onverwachte plotwending. Een terugkerend thema in mijn werk is vervreemding, de hoofdpersoon raakt vaak geïsoleerd van zijn omgeving.

Een van mijn bizarre verhalen is verfilmd en werd vertoond op een filmfestival, waar ik vol spanning zat te wachten hoe de zaal reageerde op de ontknoping. Gisteren, vandaag en morgen won daar de eerste prijs en is ook in het buitenland bekroond. Dit was bijzonder om mee te maken.

Veelzijdigheid vind ik heel belangrijk. Ik lees allerlei soorten boeken, met een voorkeur voor sciencefiction en crime. Mijn grote voorbeelden, Robert Silverberg en Theodore Sturgeon, staan voornamelijk bekend als sf-auteurs. Ze zijn veelzijdig, creatief en productief en qua taalgebruik en onderwerpen spreekt hun werk me erg aan. Daarom verzamel ik zo veel mogelijk boeken van deze auteurs, het liefst in de oorspronkelijke taal en uitgaven. Met beide heren heb ik telefonisch contact gehad. Omdat ik destijds te weinig rekening hield met het tijdsverschil met Amerika heb ik Silverberg onbedoeld lastiggevallen toen hij bezig was aan Lord of Darkness. Hij vond het niet erg, eerder grappig dat iemand uit een ander werelddeel belde om hem te vertellen dat hij zijn boeken zo mooi vond.

Waar kwam het idee/de inspiratie voor je PHP-verhaal vandaan?
Het idee om een sterk gespecialiseerde androïde mee te sturen in de besloten omgeving van een ruimteschip sprak me aan. Deze gevoelige en begaafde persoon, Andro in mijn verhaal, moet waken over de fysieke en mentale gezondheid van de bemanning. Maar hij ziet schimmen die hij als bedreigend ervaart omdat ze steeds talrijker worden. Het conflict is geboren, want de bemanning ziet hen niet.
Dit levert een morele strijd op voor alle betrokkenen. De door de mens ontwikkelde androïde kan een gevaar vormen voor de bemanning, terwijl het juist zijn taak is om iedereen te beschermen. Wat moeten ze met Andro doen? En wat als hij wel gelijk heeft? De androïde doet zijn best om menselijk te zijn, maar juist dat brengt hem in de problemen. De vervreemding waar ik eerder over schreef overkomt ook Andro. Hij begrijpt dat hij zelf kan falen en beseft in welk gevaar hij verkeert.
Het is een universeel thema over technische innovatie die de mens moet dienen, maar uiteindelijk een ongewenste wending neemt.

Waarom wil je graag in de fantastieke genres schrijven?
Verhalen in dit genre geven de mogelijkheid om vrijuit te speculeren en uitstapjes te maken naar werelden die ons nog onbekend zijn. Als schrijver heb je de taak om de lezer mee te voeren en hem of haar vervolgens te verwonderen, te amuseren of te laten nadenken. Bij voorkeur alle drie tegelijk.
Door grenzen te overschrijden en te reflecteren op het verleden of de toekomst kun je ook de belevingswereld van de lezer vergroten. Een goed verhaal verrijkt je referentiekader. Het fantastieke genre heeft me van jongs af aan aangesproken vanwege de onbegrensde onderwerpen zoals tijdreizen, andere planeten, parallelle dimensies en nieuwe technologieën. Ik las veel over nieuwe mogelijkheden en vind het boeiend om de vooruitgang op dit gebied te volgen.

Sinds de missie van André Kuipers en de voorbereidingen voor de expeditie naar Mars wordt sciencefiction serieuzer genomen. Dat vind ik een goede zaak, sf blijkt veel meer dan alleen wat groene bliepende mannetjes.

Bovendien houd ik van het speelse in het fantastische genre. Binnen logische kaders is alles mogelijk. Ik speculeer in mijn werk over zaken die nu op onze aarde spelen. Hoe gaan we in de toekomst om met overbevolking, vervuiling, genenmanipulatie, de weg naar onsterfelijkheid en klonen? In de fantastische literatuur kun je die zaken als uitgangspunt nemen en vertellen wat er kan gebeuren. In het gunstigste geval kan dat een lezer niet alleen boeien, maar ook aan het denken zetten.
We leren ons heden beter begrijpen door onze geschiedenis, maar om het heden te veranderen is het raadzaam om in de toekomst te kijken.

Wanneer ben je van plan om door te breken?
Mijn plan is om vooral op de ingeslagen weg door te gaan. Dat betekent: veel schrijven en publiceren, zodat ik een solide oeuvre opbouw. Met Sluiproute wist ik al weer een groter publiek te bereiken, de titel is goed aangeschaft door de bibliotheken en wordt nog altijd veel uitgeleend. Dit geldt eveneens voor Zwijgplicht, het eerste deel van een politiereeks over bureau Bermhoven. Ook dit boek kreeg een prima beoordeling door NBD/Biblion en werd flink aangekocht. Politieromans zijn natuurlijk geen sf, maar zoals lezers van mij gewend zijn komen er wel merkwaardige karakters in voor en zitten er elementen in die kenmerkend zijn voor mijn werk. Het opzetten van een goed plot waarbij de lezer door middel van diverse aanwijzingen langzaam een moord of bepaalde problemen ontrafelt is weliswaar moeilijk, maar ontzettend boeiend werk.

Deel twee van de serie is klaar en wordt nu geredigeerd, het derde boek staat in de steigers. Ik neem hier de tijd voor omdat goede redactie en een kritische blik cruciaal zijn. Verder komt er een verhalenbundel uit, want ik heb ondertussen meer dan honderd verhalen geschreven waaruit ik een keuze kan maken. Kortom, genoeg om naar uit te kijken!