Hierbij het derde deel van het interview dat Paul Harland Prijs organisator Martijn Lindeboom half augustus met Neil Gaiman hield. Dit is het laatste deel, over vertelstem en wat een verhaal nodig heeft. Echt nuttig om hier over na te denken als je een verhaal aan het voorbereiden bent. Wat je wilt vertellen is heel belangrijk, maar de manier waarop en met welke toon is cruciaal. Doe er je voordeel mee.

Deel 1: algemeen advies aan schrijvers

Deel 2: over genre en vertalingen

Deel 3: over vertelstem en wat een verhaal nodig heeft

Dit is het derde en laatste deel van deze serie. Het was een bijzonder aangenaam gesprek, Neil Gaiman is vriendelijk, toegankelijk, intelligent en uitgesproken. Een meester van onze genres, zeker de moeite waard om te lezen en te bestuderen.

Deel 3

De vertelstem

ML: “Was het schrijven van American Gods (vertaald als Amerikaanse goden, red.) anders? De stijl van Ocean lijkt meer gelaagd. Komt dat ook door ervaring, of is er iets anders aan de hand?”

NG: “Het is een ander soort schrijven. Voor American Gods probeerde ik in een specifieke stijl te schrijven. Ik noem dat ‘American invisible’. Stephen King doet dat erg goed, net als Elmore Leonard. De schrijver verdwijnt, is niet aanwezig in het verhaal. En dat was precies het effect dat ik wilde bereiken. Stilistisch was er geen gelegenheid om mooi te schrijven in American Gods. Af en toe, om mezelf niet gek te laten worden, deed ik er een kort verhaaltje tussendoor, in de tekst. Dat werden de ‘coming to America’ verhalen in het boek, waar ik de taal liet veranderen, afhankelijk van welk volk over kwam: de Cornish of slaven uit Afrika. In die stukken werd de taal rijker en dieper.

De vertelstem van American Gods is niet de stem van Stardust. En de vertelstem van Neverwhere is niet de stem van Anansi Boys. Je zoekt de stem die klopt bij het verhaal en het boek en dat is hoe het moet klinken. Dat wordt alleen lastig als mensen zeggen ‘nou, ik heb iets van Neil Gaiman gelezen en nu weet ik wat hij schrijft en ik weet hoe hij is.’ Nee, je kent dat ene boek.

ML: “Levert dat wel eens teleurgestelde lezers op?”

NG: “Vast wel, maar die nemen geen contact met me op. Maar je ziet vast wel reviews online waar men zegt ‘Ik vond dit boek geweldig, maar wat is er met hem gebeurd in dat volgende boek?!’.

Het gaat erom dat je de stijl en de vertelstem van een verhaal vindt. Je moet voordat je begint te schrijven al weten hoe het gaat klinken. Dat is waar ik van tevoren veel over nadenk en dat tikt steeds door in mijn hoofd, meer dan andere dingen over het verhaal. Voor mij is de stem veel belangrijker dan wat er precies gebeurt.”

ML: “De verhalen die voor de Paul Harland Prijs ingezonden worden, focussen vaak heel erg op wat er gebeurt. Is het misschien een teken dat je klaar bent voor publicatie, als je los komt van de actie?”

NG: “Ik denk dat het beide kanten op kan gaan. Ik heb lesgegeven aan Clarion (De Clarion West Writers Workshop, een zes weken durende schrijfopleiding in Seattle, USA, red.) dit jaar en ik had achttien opzienbarend goede jonge schrijvers voor me. De eerste week hadden we ongeveer zestien van de achttien verhalen die prachtig geschreven hadden, maar waar niets gebeurde. Zo zeer, dat ik die kids zei: ‘Luister, het is alsof jullie prachtige tafelkleden hebben gemaakt, maar er zit geen tafel onder. Wat jullie nu voor me moeten doen de aankomende week is een tafel maken. Zorg voor iemand die iets wil en iemand anders, die iets anders wil. Laat me zien hoe deze twee dingen kunnen gebeuren. Laat me zien hoe mensen elkaar ontmoeten en met elkaar praten. Laat er dingen gebeuren!’. Dus het kan ook helemaal andersom zijn: prachtige stem, maar geen actie.

Je kan niet tegen een schrijver zeggen: ‘maak je daar geen zorgen over. Geef me alleen dat.’ De elfjes gaan het niet voor je oplossen, verdorie! Een goed verhaal moet interessant zijn doordat het goed verteld is. Goed verteld kan zijn onzichtbaar verteld. Goed verteld hoeft niet te zijn: ‘ik ga daar staan en kijk eens hoe goed ik ben!’. Het kan prima onzichtbaar schrijven zijn, afhankelijk van het verhaal.

Het is zoals bij een acteur, die moet acteren op de manier die je nodig hebt. Je kunt een goede acteur krijgen die alles kan, van Shakespeare tot modern film acteren, waar je niet kunt zien dat er geacteerd wordt. In een goede film wil je geen vakmanschap zien, je wilt het idee hebben dat er een echt persoon staat die daar staat te praten, die die zinnen voor het eerst uitspreekt. Je wilt niet het idee hebben dat het iemand met een vaardigheid is. Terwijl je op het toneel, tijdens een uitvoering van Shakespeare, juist iemand wilt hebben die zijn vakmanschap laat zien: grote gebaren, toneelstem.

Dat allemaal en juist zonder dat allemaal, dat is wat een acteur doet. Een acteur moet veel meer kunnen dan alleen maar weten in welke stijl hij moet acteren. Maar als je weet hoe de tekst gebracht moet worden, brengt je al wel een heel stuk verder. Voor schrijven geldt het zelfde: ‘OK, ik wil een verhaal vertellen dat voelt als een erg standaard, middeleeuwse fantasywereld. Is het dan interessanter als ik het in een vertelstem breng die past bij middeleeuwse fantasy, of werkt het beter als ik een erg scherpe stijl kies? Of misschien is het interessant om een middeleeuwse fantasy te vertellen zoals Raymond Chandler een ‘hard boiled’ detective schreef? Of misschien juist een hedendaagst verteltrant: ‘easy going’ zoals je zou vertellen over misdaad, drugdeals op de straten van Amsterdam vandaag, maar ik plaats het vijfhonderd jaar geleden en er is magie in de wereld. En weerwolven op straat. Waar brengt dat ons in het verhaal. Je kunt heel veel doen, als je de vertelstem van je verhaal uitgepluisd hebt, voordat je begint met schrijven.

Want stem is geen plot. De stem leidt de manier waarop je je verhaal vertelt.”

*

Dit was het laatste deel van mijn interview met Neil Gaiman (de PHPrelevante stukken dan). Het totale interview ging over meer dan alleen schrijven, lees het in de volgende editie van Holland SF, die waarschijnlijk in december verschijnt (als je nog geen abonnement hebt, kun je dat dus nu nog op tijd regelen!).

En lees ook Neil Gaimans nieuwe boek The Ocean at the End of the Lane (vertaald en prachtig uitgegeven door uitgeverij Meulenhoff Boekerij als De oceaan aan het einde van het pad). Een prachtig, stijlvol boek: een voorbeeld en studieobject voor serieuze sff schrijvers.

Binnenkort volgen een aantal schrijftips van de Russische schrijver Dmitry Glukhovsky (van de postapocalyptische sciencefictionboeken Metro 2033 en Metro 2034, in vertaling gepubliceerd door uitgeverij Glagoslav). Martijn Lindeboom interviewde hem op 25 oktober in Rotterdam.

Martijn Lindeboom

Organisator Paul Harland Prijs