Half augustus 2013 was internationaal topauteur Neil Gaiman in Nederland. Paul Harland Prijs organisator Martijn Lindeboom interviewde hem voor het tijdschrift Holland SF (lees het hele interview daar). Voor de PHP heeft Martijn een aantal vragen over schrijven gesteld. De aankomende dagen komen de vragen en antwoorden in drie delen op deze website.
Deel 1: algemeen advies aan schrijvers (deze aflevering)
Deel 2: over genre en vertalingen
Deel 3: over vertelstem en wat een verhaal nodig heeft
Dit eerste deel gaat over Neil Gaimans belangrijkste advies aan beginnende schrijvers, over wanneer je klaar bent om te publiceren en over (zijn) manieren om om te gaan met verzoeken tot herschrijven.
Deel 1
Advies aan schrijvers
ML: “Dan iets heel anders: heeft u advies voor ambitieuze beginnende auteurs? Natuurlijk kennen we uw prachtige speech ‘Make good art’, maar misschien heeft u nog extra advies voor Nederlandse schrijvers?
NG: “Het belangrijkste wat ik een beginnende schrijver kan zeggen is: schrijf! Dat moet je doen. Er komen ’s nachts geen elfjes langs die het voor je doen. Dat zou leuk zijn, maar dat doen ze niet, ik heb het ze gevraagd. Je moet het zelf doen. En je moet het afmaken. Je leert als beginnende schrijver meer van één verhaal dat je afgemaakt hebt en dat niet zo goed is, dan van honderd veelbelovende beginnetjes die je hebt laten liggen. Dat is echt enorm belangrijk. Vooral als je echt begint, maak alles af wat je doet. Ga door tot het einde, zelfs als het slecht is. Dat is OK. Chuck Jones, die Bugs Bunny tekende en die de grootse Bugs Bunny en Roadrunner cartoons regiseerde, zei eens: je hebt een miljoen slechte tekeningen in je. Het is jouw taak als kunstenaar om ze uit je pen te krijgen, voordat de goede tekeningen beginnen te komen.”
Publiceren?
ML: “Wanneer weet je wanneer je klaar bent om je werk de wereld in te sturen? Het is nu niet meer zoals eerder: je hebt niet altijd een uitgever meer nodig. Kun je zelf bepalen wanneer je klaar bent om te publiceren of zou je toch altijd via een uitgever moeten gaan?”
NG: “Ik denk niet dat je altijd naar een uitgever hoeft te gaan. De functie van een uitgever is traditioneel die van een poortbewaker. Zij zeggen ‘ja, je bent klaar’. Het is prettig om iemand te hebben die zegt dat je klaar bent. Tegenwoordig heb je diegene niet per se meer. Dus, als je er voor kiest om niet-traditioneel te gaan publiceren, dan heb je zelf de klus om jezelf gehoord te krijgen, opgemerkt te worden, een signaal in het ruis te worden. Je moet vindbaar zijn, in plaats van een naald in een hooiberg.
Maar hoe weet je wanneer je klaar bent? Dat weet je niet!”
Herschrijven?
“Eerlijk gezegd heb ik met mijn vroege verhalen een heleboel mazzel gehad. Het eerste verhaal dat van mij gepubliceerd werd, was een 8.000 woorden kort verhaal. De uitgever las het en zei: ‘we publiceren het als je er 4.000 woorden uit schrapt.’ Dus ik schrapte 4.000 woorden en hij publiceerde het en ik leerde er enorm van. Over wat je nodig hebt in een verhaal en wat niet.
Ik herinner me het volgende goede verhaal dat ik schreef, het was er één waar alles werkte, behalve het einde. Ik gaf het aan een redacteur en hij zie: ‘weet je, het einde werkt voor mij niet echt.’ Ik was er eerder niet zo zeker van en nu had ik iemand die het van me wilde kopen als ik het eind voor elkaar kreeg. Dus maakte ik het eind voor elkaar en hij kocht het en het werd gepubliceerd. En nog een andere keer gaf ik hem een verhaal en hij zei: ‘denk het niet, je moet het hele verhaal opnieuw bedenken.’. Ik nam het verhaal terug, las hem nog een keer en bedacht me: ‘er is absoluut niets mis met dit verhaal’. Dus hertypte ik de coverpagina in een ander lettertype en gooide het een week later weer op zijn bureau, met de woorden: ‘ik hoop dat je de herschreven versie goed vindt.’ Hij belde me later: ‘Geweldige herschrijving. Ik publiceer het!’.”
ML: “Wat gebeurde er in de tussentijd?”
NG: “Ik denk dat een verhaal soms na de eerste keer lezen nog moet bezinken. Toen hij voor de tweede keer las, kwam het beter aan. Ik heb hem nooit verteld dat ik niets veranderd had. Ik nam mijn check voor driehonderd pond aan, verzilverde ‘m en at ervan. Het was geweldig.
***
De volgende twee delen van dit interview (de PHPrelevante stukken) verschijnen aankomende week. Ze gaan over genre (of dat überhaupt relevant is), vertalingen (wat werkt in de ene taal, hoeft dat niet te doen in een andere), over vertelstem (waarom ‘klinkt’ het ene verhaal anders dan het andere en wat voor invloed heb je daar op) en over wat een verhaal precies nodig heeft (volgt het verhaal de schrijver of andersom).
Het interview ging over meer dan alleen schrijven en dan vooral over Neil Gaimans nieuwe boek The Ocean at the End of the Lane (vertaald en prachtig uitgegeven door uitgeverij Meulenhoff Boekerij als De oceaan aan het einde van het pad). Dat leverde mooie inzichten in het boek en de auteur op. Dus lees het totale interview in de volgende editie van Holland SF, die waarschijnlijk in december verschijnt (als je nog geen abonnement hebt, kun je dat dus nu nog op tijd regelen!).

Trackbacks/Pingbacks